Kun je een brede maatschappelijke discussie over beeldkwaliteit bevorderen die ruimte geeft aan individuele wensen?
Kun je een brede maatschappelijke discussie over beeldkwaliteit bevorderen die ruimte geeft aan individuele wensen?Veel mensen hebben een mening over beeldkwaliteit. Overheden hebben in de afgelopen decennia tal van manieren bedacht om hieraan sturing te geven. Tegelijk wordt een teveel aan regelgeving als belemmerend ervaren en staat de kleur van gevels en de vorm van de uitbouw symbool over de overdaad aan overheidsregulering. In veel gemeenten zijn de regulerende welstandsnota’s en commissies intussen vervangen door adviserende dorpsbouwmeesters en kwaliteitscommissies. c Meerdere gemeenten hebben zich sinds 2008 bovendien welstandsvrij verklaard. In de praktijk lopen we echter nog altijd tegen een dilemma aan. De behoefte aan minder regels en ruimte voor maatwerk enerzijds en het waarborgen van kwaliteit anderzijds. In meerdere gemeenten hebben we nieuwe manieren onderzocht om met dit dilemma om te gaan. In de Kromme Rijnstreek (gemeenten Houten, Bunnik en Wijk bij Duurstede) hebben we met de gemeenten samen een bijzondere oplossing bedacht en vastgelegd in de omgevingsvisie buitengebied.
In de Kromme Rijnstreek kennen de gemeenten geen welstand in het buitengebied. De overheden wilden dit ook niet opnieuw invoeren (men zag dat niet als verantwoordelijkheid van de overheid). In het proces rondom de omgevingsvisie kwamen echter veel vraagstukken naar boven t.a.v. de beeldkwaliteit. De samenleving vond dit klaarblijkelijk wel een belangrijk thema. Het verminderen van de regeldruk was echter ook een belangrijk thema. Daarom is de keuze gemaakt om beeldkwaliteit als vormvereiste op te nemen. Hoe werkt het?
De gemeenten willen beeldkwaliteit bereiken door een kwaliteitscultuur neer te ontwikkelen. Met een ‘kwaliteitscultuur’ bedoelen we zowel de bewustwording bij bewoners van de aanwezige ruimtelijke kwaliteit als een houding in de samenleving die gericht is op het realiseren van ruimtelijke kwaliteit. De gemeenten willen deze cultuur bevorderen door het maatschappelijk debat over ruimtelijke projecten. Bij het ontwikkelen van deze cultuur treden de gemeenten zelf terug. Zij stappen af van de eindbeoordeling op beeldkwaliteit door deskundigen bij ontwikkelprojecten en er komt geen oordeel vanuit de overheid. In plaats daarvan faciliteert de overheid een infrastructuur voor het voeren van de maatschappelijke discussie over ruimtelijke beeldkwaliteit bij initiatieven.
Initiatiefnemers zijn verplicht om een realistische fotovisualisatie te maken van hun (bouw)initiatief en deze op een daartoe opgezette website te plaatsen en de buurt te attenderen op het initiatief. Het te voeren debat moet leiden tot een hogere kwaliteit en draagvlak. De gemeente kan een initiatief weigeren als opmerkingen niet gemotiveerd terzijde worden geschoven. De burgerbetrokkenheid bij beeldkwaliteit is voor het eerst zo scherp neergezet en leidt tot een goede vakdiscussie. In 2016 verscheen dit artikel in stedelijk interieur.
Over de auteur

Roelof Goodijk is één van de oprichters van LOS Stadomland. Na een opleiding Landinrichtingswetenschappen aan de Wageningen Universiteit heeft hij 7,5 jaar als adviseur plattelandsontwikkeling gewerkt bij BRO adviseurs uit Boxtel. Hier heeft hij een brede kennis opgedaan van de ruimtelijke ordening van het landelijke gebied en de leefbaarheid en de ontwikkelingen van kleine dorpen.
Roelof werkt als procesbegeleider en communicator aan allerlei projecten op het gebied van de leefbaarheid en wijkgericht werken. Zo werkte hij aan tal van wijk- en dorpsontwikkelingsplannen, maar ook aan het activeren van bewoners en maatschappelijke partijen bij het oppakken van projecten in zelfbeheer.
Daarnaast is Roelof projectleider van allerlei strategische projecten, zoals regionale gebiedsvisies en structuurvisies. Hij schreef b.v. de regionale gebiedsvisie voor de Regio Foodvalley en structuurvisies voor de gemeenten Vught, Peel en Maas en Barneveld. Een bijzonder mooie rol heeft hij in de kwaliteitscommissie buitengebied gemeente Peel en Maas. In deze commissie wordt aan de voorkant met ondernemers 'meegedacht' over de economische ontwikkeling in relatie tot de kwaliteiten in de omgeving. In deze rol komen de communicatieve en inhoudelijke vaardigheden heel mooi samen.
Kenmerkend voor zijn projecten is de interactieve werkwijze en een grote betrokkenheid bij de deelnemende partijen. Grootste uitdaging voor de komende jaren ziet hij in het verder samenbrengen van overheden, burgers en ondernemers bij het verder ontwikkelen van ons land.